Cook it

oktober 31, 2011 § 27 reacties

Sinsds een aantal weken pendel ik regelmatig op en neer tussen Maasstad en Kustdorp. Met de trein. De intercity vertrekt vanaf spoor 12 op Rotterdam Centraal.

Lieve NS, zouden daar een aantal  extra banken  neergezet kunnen worden… gewoon voor de vermoeide reizigers waarvan ik er één ben. Suiker in je koffie doen terwijl je staat en slechts over twee handen beschikt zoals ik, is behoorlijk ingewikkeld. En wanneer de extra bankjes niet kunnen, zouden er dan ergens richels gemaakt kunnen worden met een breedte van zo’n 10 cm en zo ongeveer op borsthoogte. Dank u. 

Vanmorgen lukte me het een zitplaats in de trein te veroveren en lag er een Spits uitnodigend op mij te wachten. Kort en Kauwbaar nieuws biedt deze gratis dagkrant. Zo las ik dat er een speciaal kookboek is uitgekomen voor de aan drugs verslaafde medemens. Bij de verschillende recepten staan speciale icoontjes als wegwijzer. Zo zijn er een recepten waarbij een smiley met 1 tandje staat afgebeeld. Drugsgebruikers schijnen naar verloop van tijd niet alleen huis en have te verliezen maar ook hun tanden. In dit speciale kookboek staan gerechten die je met slechts 1 tand in je mond kunt verorberen. Een recept met het icoon van een miertje geeft aan dat iets meer dan mierzoet is. Verslaafden zijn gek op zoet eten. Ook staan er recepten in die je kunt maken zonder in het bezit te zijn van een gastfornuis; een ommelet vanuit de magnetron is hiervan een voorbeeld. ‘Cook it’ , zo heet dit kookboek. Wel geinig bedacht, die naam. Maar of dit boek een tweede druk gaat halen betwijfel ik. Wanneer een drugsverslaafde geld (over) heeft, gaat hij of zij geen kookboek kopen. Denk ik. Eerder een patatje met of een reuze zak  minimarsjes. En om een verslaafde vanwege zijn verjaardag of vanwege Sinterklaas dit boek cadeau te doen, is vragen om verwijten. Denk ik. Ik was er nog niet uit toen ik er bij Leiden Centraal uit moest, maar misschien brengt u mij op andere gedachten.

discretionaire bevoegheid

oktober 29, 2011 § 11 reacties

Als ik minster was, zou ik blij zijn dat ik mijn discretionaire bevoegdheid zou kunnen gebruiken…er zijn weinig mensen die zoveel invloed hebben op een cruciaal moment….

Buurvrouw Menny

oktober 25, 2011 § 12 reacties

Buurvrouw Menny belde.

Voordat zij belde, kende ik haar niet. In het oude deel van Kustdorp, het deel dat het dichts bij zee ligt, is burenhulp (nog) de gewoonste zaak van de wereld. Het is ongewoon wanneer je je daarvan distantieert. Menny is vannacht met haar buurman naar het ziekenhuis gegaan. De pijn van de vinger was door de morfine heen gedrongen. Hij ligt op de afdeling ‘Kortstondig Verblijf’. De vinger is er af. Ze vroeg zich af of zij de thuiszorg in moest schakelen maar wist niet zeker of ik me als dochter gepasseerd zou voelen.

 Zij kent hem korter dan ik maar kent hem minstens zo goed. Door de vrienden die bij hem langskomen om te drinken, door de visschotels die hij uitdeelt en doordat ze zijn scootmobiel overeind heeft gezet nadat hij de bocht te scherp had genomen. Ik hoef niet veel te vertellen. Kustdorpers hebben allemaal wel ergens een familielid waarmee het hetzelfde gesteld is.

Zo weeft mijn vader aan een web zonder dat hij dit beseft.

 

 

Marvin…omdat

oktober 24, 2011 § 2 reacties

KLIK

bloedbraam

oktober 23, 2011 § 11 reacties

De vinger was ooit gebroken en daarna slecht gezet. Het gevolg daarvan was dat hij krom groeide: de top werd een haakje waarmee hij bij het binnenhalen van de netten bleef vasthaken. Keer op keer. Hij liet hem eraf halen, de top.  Zodoende promoveerde zijn ringvinger aan de linkerhand tot langste vinger. In een jolige bui hield hij de stompe vinger tegen één van zijn neusgaten. Wij zagen daar alleen nog maar de lol van in wanneer er een onwetend vriendje of vriendinnetje kwam spelen als mijn vader thuis was. Thuis was meer een honk voor hem; een tijdelijk maar terugkerend verblijf op de dagelijkse route. Een vertrouwd maar slijtend kussen.  Hij ademde zorgelozer in de buitenlucht. De honken die hij daar aandeed waren vol verwachting en verlangen: de strikken die hij zette, het garnalennet dat hij trok, de bramen die lonkten om geplukt te worden.

Hij belt. Zijn wijsvinger is  onstoken vanwege de duindoorns die er in zaten. Het sodawater gaf onvoldoende soelaas. Misschien moet-ie eraf vertelden ze hem in het ziekenhuis. Of ik nog langskom, vraagt hij. In zijn vriezer zit zeker een kilo zelfgeplukte braam. ‘Bloedband, bloedbraam…’, fluisteren mijn aderen.

Herstel

juli 21, 2011 § 22 reacties

Een sterk hart heeft ze, zo vertelde de behandelend arts haar. Ze mocht van geluk spreken. Ook dat. Mager, uitgeput maar niet uitgeblust zit ze in een stoel, op een zacht kussen omdat al haar zitvlees is verdwenen. Goed eten, alles, bewegen en uitrusten in balans, dat is wat haar sterker zal maken. Mam is voorlopig gehuistvest in een Zorgcentrum. Het viel haar reuze mee toen ze het kamertje, de keuken en het sanitair aanschouwde. Toen ze daarna de frisse zeelucht rook door het opengezette raam slaakte ze een zucht: ‘Dit heb ik zoooo gemist’. 

Ik wil alle bloggers en bezoekers bedanken die mijn blogs over mam lazen en erop reageerden. De zomer is nu echt begonnen en die regen? Volgende week is die voorlopig verdwenen. Let op mijn woorden.

groet, Lasja

Een goed doel

juli 20, 2011 § 12 reacties

Wat ik als puber minder waardeerde, was de voorkeur van mijn moeder om naast haar drukke gezin ‘iets’ te doen voor de zwakkere medemens. De pijlen van haar Goededoelenboog richtte zij op de ‘diep idioten’. In haar beleving was dat geen scheldwoord maar een begrip dat stamde uit haar opleidingstijd. Vooral de diep idioten die al jarenlang op de Willem van de Bergstichting te Noordwijk zaten en al tijden geen bezoek meer ontvingen.  Zo kon het gebeuren dat er op sommige dagen een man op leeftijd in zijn rolstoel bij ons aan tafel schoof. De man, laten we hem voor het overzicht Dirk noemen, kwijlde niet alleen overtollig maar had ook een enorme blote babypop op schoot. Ik vond hem eng ook al bezweerde mijn moeder dat hij geen vlieg kwaad deed. Iets in de manier waarop hij naar me keek -was het argeloos of was het wezenloos daar tussen zit een groot verschil- maakte me alert. Ik was dan ook niet rouwig toen Dirk overleed en Karel zijn intrede deed. Karel was ook niet bepaald vertederend in de omgang maar was enkel en alleen gericht op mijn moeder: hij praatte niet maar stootte geluiden uit en wanneer hij zijn zin niet kreeg, plukte hij haartje voor haartje uit zijn arm en beukte net zolang met zijn kin op zijn schouder tot de daardoor veroorzaakte pijn de plek overnam van andere, diepere pijn. Mijn moeder was naar beiden onverschrokken. Zij wist wat ze bedoelden en waarvan ze opknapten. Na zo’n dag in het teken van de zwakkere en noodruftige medemens kon ook zij er weer beter tegen. Ze putte er kracht uit, leek het.

Voor het zingen de kerk in

juli 18, 2011 § 19 reacties

Toen ze werd geweigerd om deel te nemen aan ‘het laatste avondmaal’ omdat ze geen hoed droeg, was regelmatig kerkbezoek voor haar verleden tijd. Woest was ze op die ouderlingen die zich god waanden. Ze werd lid van een koor dat op dinsdagavond oefende. Dinsdagavond werd voor ons de- later- naar-bed-avond want voordat ze thuis kwam, was het na tienen. Nadat we de Onedin Line hadden bekeken, lieten we mijn vader met rust en trokken naar zolder.  Het koor (Cantate Deo) van mijn moeder gaf jaarlijks een kerstconcert. Op kerstavond. Wij waren haar grootste fans en net zo zenuwachtig als zij. We konden haar duidelijk horen ook al stond ze tussen zes andere alten. Wij vonden ook dat zij het mooist zong van iedereen. Omdat we te jong waren om alleen naar die Ontmoetingskerk te gaan avonds laat en mijn moeder eerder aanwezig moest zijn i.v.m. het inzingen, ging mijn vader voor deze ene keer per jaar ook naar de kerk. Gestut door een zakflacon jonge jenever. Om de gehele kerkdienst uit te kunnen zitten, nam hij tijdens het gebed een flinke teug vuurwater. Wanneer het koor het “Ere Zij God’ begon te zingen, wisten wij dat het niet lang meer zou duren voordat we krentenbrood met spijs zouden eten. Ik bespiedde mijn moeder en zag haar stralend omgaan met de andere koorleden terwijl ze met één oog mijn vader in de gaten hield.

Trots en vol goede moed

juli 16, 2011 § 13 reacties

Gisteren sprak ik mijn vader. Hij belde en ik wist waarom. Hij had gehoord dat het niet zo goed ging met ‘je moeder’ , zijn ex maar dat begrip detoneert in zijn woordenschat. Ik vertelde hem wat hij horen wilde. De scheiding was voor mijn moeder  een bevrijding  maar voor hem de mislukking van zijn leven en iets wat hij nooit voor mogelijk had gehouden. Ze wonen in hetzelfde dorp, doen boodschappen bij dezelfde winkels maar zijn elkaar in de afgelopen vijftien jaar hooguit twee of drie keer tegengekomen. Ze houden zich van elkaar op de hoogte via anderen en hun kinderen. Trouwen doe je niet voor het leven maar scheiden kennelijk wel. Verbonden tot in de dood. Daar denk ik weleens over na: hoe het de ander zal vergaan wanneer de één overlijdt. In beider leven kwam tot nu geen andere geliefde. Geen ruimte of geen vertrouwen meer. Ooit waren ze stapelverliefd op elkaar maar aan dat begin durft geen van beiden terug te denken. Op hun trouwfoto zie ik ze: mijn vader, jong, knap, trots en een beetje verlegen: mijn moeder, vrolijk, blakend en vol goede moed. Een leven duurt te kort om het te begrijpen.

Lachen

juli 14, 2011 § 22 reacties

Ze was anders dan de moeders van mijn vriendinnetjes. Wanneer was het dat ik dit onderscheid zag en voelde? Was het toen ze een teil zand op het balkon zette en wij daar naar hartelust taarten van mochten bakken of was het toen ze tijdens een kinderverjaardag een elastiek in de deuropening knoopte en daarover een lange doek hing om ons vervolgens op een poppenkastvoorstelling te trakteren? Misschien was het wel toen ik aan haar hand terugkwam van het boodschappen doen en het klutje buurvrouwen dat stond te praten, stilviel toen wij passeerden. Mijn moeder lachte schamper dan, ze lachte sowieso de sores uit haar leven: op het strand, met haar vriendinnen, haar zussen, haar kinderen. Mijn moeder stond bekend als vrolijke meid. Haar schallende lach was dagelijks te horen. En wij lachten vaak met haar mee.  Om één ding was het ons ten strengste verboden te lachen. Wanneer wij ‘Dirk de Aansteker’, ‘Arie Bombarie’, ‘Niek Heb Centen’ of een uitgelaten mongool op straat tegenkwamen, moesten wij groeten. Mocht je het in je hoofd halen om één van hen uit te lachen waar zij bij was, maakte je kennis met haar vlammende ogen en haar vlakke hand.  Ook dat maakte haar anders dan andere moeders in Kustdorp die een kind met handicaps toch vooral zagen als straf van god.